Hoogsensitiviteit (HSP)

Uit onderzoek is gebleken dat zo’n één op de vijf kinderen hoogsensitief (HSP) is. Dat zijn dus ongeveer 4 à 5 kinderen per klas.

Als je kind hoogsensitief is betekent dat eigenlijk dat hij of zij extra gevoelig is voor prikkels. Bijvoorbeeld labeltjes in kleding, geuren, harde geluiden, maar ook voor gevoelens.

Als hoogsensitief persoon pik je meer op duurt het doorgaans langer om dingen te verwerken. Dit kost veel energie en in sommige gevallen kan het ook faalangst veroorzaken. Leren omgaan met deze gevoeligheid vermindert woedeaanvallen en huilbuien en versterkt het zelfvertrouwen.

Gedragskenmerken van een hoogsensitief kind

  1. Neemt subtiele veranderingen snel waar in (beeld, geluid, sfeer etc).
  2. Heeft oog voor detail: ziet een kleine kruimel bijvoorbeeld nog op de grond liggen.
  3. Schrikt al snel van (plotselinge) geluiden.
  4. Is gevoelig voor schoonheid: kleurencombinaties, inrichting, natuur.
  5. Raakt overrompeld door plekken waar veel mensen zijn.
  6. Raakt snel gestrest bij veranderingen of onverwachte gebeurtenissen.
  7. Is sfeergevoelig: reageert sterk als de sfeer bijvoorbeeld beladen is.
  8. Merkt emoties bij anderen op: verdriet, onzekerheid, irritaties.
  9. Lijkt gedachten te kunnen lezen.
  10. Is erg begaan met anderen. Bijvoorbeeld: wordt verdrietig als de ander verdrietig is.
  11. Presteert beter wanneer anderen niet meekijken.
  12. Wil het in de ogen van anderen graag goed doen.
  13. Heeft de neiging om de eigen behoeften weg te cijferen t.b.v. de behoeftes van anderen.
  14. Is bang om iets verkeerd te doen: doet erg zijn/haar best en raakt overstuur bij het maken van ‘foutjes’.
  15. Is vaak perfectionistisch. Bijvoorbeeld: gooit kleurplaat weg als het even buiten de lijntjes komt.
  16. Heeft last van kriebelende of prikkende kleding.
  17. Raakt overstuur als je op strenge toon spreekt.
  18. Raakt diep gekwetst door negatief commentaar van anderen.
  19. Heeft een diepe beleving: stelt diepzinnige vragen en maakt wijze opmerkingen ‘uit het niets’
  20. Heeft sterke behoefte aan harmonie: heeft een fijne sfeer nodig om te kunnen ontspannen.
  21. Raakt vertederd door kleine dingen: bloemetjes, beestjes etc.
  22. Heeft een groot hart: geeft graag uitingen van liefde.
  23. Heeft een groot rechtvaardigheidsgevoel.